K2 en Gondogoro La
Trekking
Berggoden
zoeken pelgrims!
Inleiding
Een wildstromende rivier dreigt
me te verzwelgen wanneer ik onevenwichtig op een geïmproviseerde brug sta die
bestaat uit houten balkjes van hooguit twintig centimeter breed en tussen elk
balkje gaapt er een eindeloze leegte waarbij ik pardoes naar beneden kan
vallen. Maar hier zijn er nog wandelpaden, vanaf de Baltorogletsjer zijn die
dingen pure luxe en moet je als wandelaar je een weg banen door een zee van steenpuin
waar de enige functie van rotsen en stenen erin bestaat om in de weg te liggen.
Maar dat leed ben je vergeten
wanneer je enkele dagen later met een stekende hoofdpijn ontwaakt om tien uur
’s avonds door de hoogte van vijfduizend meter. En juist op dit moment moet je
dan beginnen aan de helse tocht naar de Gondogoro La – die voor het gemak ruim
zeshonderd meter hoger ligt – en een halve etmaal duurt. Het moge wel duidelijk
zijn dat je een beetje gek – ik houd het op avontuurlijk – moet zijn om deze
trekking te doen.
Het is een epische queeste door
een woestenij van bergen die zijn gelijke niet kent. Maar het is wel een
ongeëvenaard theater. Journalist Galen Rowell omschreef deze plek de “troonzaal
der berggoden”. En gelijk heeft hij.
Of misschien niet helemaal, het is eerder een heel paleis dan enkel een
troonzaal.
Even voorstellen: de K2 en Gondogoro La
De K2 zullen de meesten
wel kennen als de tweede hoogste berg ter wereld. Cartografen met weinig
inspiratie hebben deze naam toegedicht omdat deze berg zich bevindt in het Karakoramgebergte
in het noorden van Pakistan (de provincie Baltistan). Naast de K2, vind je dus
ook andere K’s zoals de de K6 en K7. Het Karakoramgebergte telt elf van
de dertig hoogste bergen ter wereld en trakteert je op het uitzicht van enkele
achtduizenders zoals – uiteraard – de K2, maar ook de majestueuze Broad Peak,
Gasherbrum I en Gasheberum II. Daarnaast zijn er tal van andere
pieken die misschien wat minder hoog zijn, maar zeker zo mooi. Denk maar aan de
Trango Towers, Laila Peak, Marble Peak en ik kan wel even doorgaan.
De trekking wordt grotendeels
gedomineerd door de Baltorogletsjer. Deze gletsjer van 62 kilometer is
één van de grootste gletsjers ter wereld buiten de poolgebieden en is gedurende
ettelijke dagen gastheer van deze trekking. Van de gletsjer zelf vang je
overigens maar flarden op, want de gletsjer is grotendeels overspoeld met
steenpuin dat van de omringende bergen naar beneden dendert. Via deze gletsjer
gaat het naar Concordia, een plateau waar maar liefst vijf gletsjers
samenkomen. Via Concordia kan er een uitstapje worden gemaakt naar Broad Peak
en K2 basecamp.
De onbezongen held uit dit epos is echter de Gondogoro La, een bergpas van ruim 5600 meter hoog. Met een hellingsgraad van vijftig procent bij de klim van de laatste driehonderd meter is het sowieso een monumentale ervaring, maar het is vooral het uitzicht bij zonsopgang dat een onvergetelijk moment is. Nergens anders ter wereld kan je vier achtduizenders zien vanaf één plek en dit alles wordt nog eens overtroffen door een blik op de Hushevallei dat duizend meter lager ligt. Een kamer met uitzicht in één van ’s werelds meest woeste hotels.
De route
Deze trektocht door het
Karakoramgebergte begint bij het bergdorpje Askole waar er gedurende
twee dagen vooral door het platteland en naast de wilde Braldurivier
wordt gewandeld. Vanaf Paiju is de Baltorogletsjer de voornaamste
gastheer en het wandelen wordt een stuk moeilijker door het steenpuin en de
talrijke gletsjerstroompjes. Naar het einde toe wordt het wat makkelijker
richting Concordia, maar het is één van de weinige dagen dat het predicaat gemakkelijk
verdient.
Vanaf Concordia kan er een
uitstap worden gemaakt naar Broad Peak of K2 basecamp. De laatste is goed voor
bijna elf uur wandelplezier, dus zeker niet licht. De stijging naar Ali Camp
is een voorbode voor het zware werk en dat zware werk luistert naar de naam
Gondogoro La. Deze bergpas oversteken duurt zo’n twaalf uur met als bonus dat
je dit ’s nachts mag doen. De afdaling van Khuispang naar Saitcho
begint met de laatste rotsvelden van de trekking, maar transformeert daarna
gestaag naar een ontspannende valleiwandeling, buiten de halsbrekende toeren
die je moet uitvoeren om een waterval of wilde rivier over te steken. De
wandeling naar Hushe duurt ruim twee uur en verloopt grotendeels
gemoedelijk.
In cijfers ziet dit er als volgt uit: de totale route is ongeveer 155 km lang, kent ruim 8300 meter naar boven en daalt bijna 7900 meter.
Grafisch ziet de trekking er dus
zo uit waarbij de gele lijn het traject is van Askole tot Concordia, inclusief
een zijtak dat de klim naar K2 basecamp voorstelt. De rode lijn geeft het
traject weer van Concordia tot de stijging bij Ali Camp en Gondogoro La waar
het vervolgens enkel naar beneden gaat richting het dorpje van Hushe.
De dagindeling van de trekking ziet er als volgt uit:
Dag |
Traject |
Duur |
Afsand |
Hoogtemeters |
1 |
Askole –
Jhola |
4h45 |
19 km |
400 m |
2 |
Jhola – Paiju |
5h |
21,5 km |
500 m |
3 |
Paiju
rustdag: klim naar lokaal uitkijkpunt |
2h30 |
4 km |
500 m |
4 |
Paiju –
Khorbotse |
6h |
14 km |
600 m |
5 |
Khorbotse –
Urdukas |
3h |
6 km |
350 m |
6 |
Urdukas –
Goro II |
5h |
12,5 km |
400 m |
7 |
Goro II –
Concordia |
4h30 |
13 km |
400 m |
8 |
Concordia –
K2 basecamp – Concordia |
10h45 |
23 km |
500 m |
9 |
Concordia
rustdag |
- |
- |
- |
10 |
Concordia –
Ali Camp |
4h15 |
10,5 km |
400 m |
11 |
Ali Camp – Gondogoro La – Khuispang |
13h |
11 km |
700 m |
12 |
Khuispang – Saitcho |
8h |
17,5 km |
200 m |
13 |
Saitcho – Hushe Village |
2h30 |
10,5 km |
100 m |
Hoe er aan beginnen
De enige mogelijkheid om de K2 en
Gondogoro La Trekking te doen is met behulp van een Pakistaanse of
internationale organisatie. Op eigen houtje reizen is namelijk verboden en je
zal rechtsomkeert moeten maken bij één van de vele security checkpoints. Deze
organisaties fungeren als tussenpersoon en huren een lokale staf met gids,
dragers en kok. Als je een beetje rondkijkt, kan je al gauw enkele honderden
euro’s besparen op deze reis. Dikwijls betekent dit dat er gecompromitteerd
wordt op een aantal zaken, maar aangezien deze organisaties dikwijls bij lokale
staf uitkomt, maakt het dus eigenlijk weinig uit. Je kan beter wat minder geld
spenderen aan een organisatie en in plaats daarvan dat geld (als fooi) geven
aan de dragers, gids en kok die dit geld beter kunnen gebruiken.
Organisaties
Na een zoektocht op het internet
viel mijn oog op de organisatie 100
Adventures, dit is een lokale Pakistaanse organisatie die verscheidene
activiteiten aanbiedt in het Karakoramgebergte waaronder dus ook deze trekking.
Ik betaalde in totaal zowat 1600 euro wat wel erg goedkoop is. De voorwaarde
was dat ik betaalde voor het einde van 2022 terwijl de trekking zelf plaatsvond
in augustus 2023. Dit bedrag omvat alles en bevat dus al het eten en
overnachtingen, inclusief vier hotelovernachtingen in Islamabad en Skardu
(de plaatsen waar je eerst komt vooraleer je aan de trekking begint). Hier zit
ook sightseeing bij in deze twee steden en ook restaurantbezoeken. Enkel de
vluchten moet je – logischerwijze – zelf betalen.
Ter illustratie: op dezelfde dag
reisde er ook een groep met KE Adventure Travel (weliswaar van Askole naar K2
basecamp en terug naar Askole) en die betaalden maar liefst 3500 euro, het
dubbel van wat ik betaald heb…
Voor wie Belgisch gezelschap
prefereert, bestaat er de mogelijkheid om deze trekking uit te voeren met The Wildlinger. Met een
prijs van 2800 euro zijn ze niet de goedkoopste, maar in ruil krijg je wel een
voorbereidingsprogramma en spendeer je enkele dagen samen met de rest van de
groep waar je elkaar leert kennen voor de trekking begint. Bovendien bevind je
in gezelschap met gelijkgestemde zielen uit België en het kan eens leuk zijn om
je eigen moedertaal te spreken met anderen wanneer je je op een plaats bevindt
dat door de rest van de wereld vergeten lijkt te zijn.
Houd er rekening mee dat elke
organisatie zijn eigen regels heeft qua aantal deelnemers. Als je enkel één
deelnemer bent, is het wellicht gemakkelijker om met organisaties te werken die
gegarandeerde vertrekken aanbieden zoals The Wilinger of KE Adventure Travel.
De lokale Pakistaanse organisaties zijn goedkoper, maar zullen een minimaal
aantal trekkers opleggen. Ik heb dit kunnen doen vanaf twee personen, maar je
beste optie is om te informeren bij lokale organisaties wat de voorwaarden
zijn. Qua prijs moet je (op moment van schrijven) rekenen tussen 2200 en 2500
euro. Alles wat hoger is dan 2500 euro is (te) duur.
Uitnodiging
Pas sinds 2019 heeft Pakistan
zijn beleid inzake toerisme enigszins aangepast zodat het gemakkelijker is om
in het land te komen. Toch blijven er een hoop formaliteiten over om als
toerist Pakistan te bezoeken. Eén van die formaliteiten is dat je een uitnodiging
(invitation letter) moet hebben van de organisatie die de trekking
aanbiedt. Dit is een standaardbrief waarin staat dat de organisator
verantwoordelijk is voor het aanbieden van deze trekking met vermelding van de
periode, het traject en de persoonlijke gegevens van de deelnemers.
E-visum
Het E-visum of de nagel aan mijn
doodskist zoals ik het zo graag noem. De administratieve vereenvoudiging in
Pakistan leidde tot het ontwikkelen van het E-visum, maar laat me stellen dat
de informatica achter deze toepassing nog niet op punt staat. Op de website https://visa.nadra.gov.pk/mountaineering-trekking/
dien je alle gegevens voor het E-visum in te vullen. Belangrijk is dat je
dit invult met de optie voor mountaineering me de subcategorie trekking.
Het Vlaams scheldwoordenboek werd
bij mij ettelijke keren uitgebreid bij het uploaden van de foto, want dit is
een echte ICT-nachtmerrie. De foto moet aan een aantal voorwaarden voldoen: het
mag niet groter zijn dan zeven megabyte, de ogen moeten herkenbaar zijn, de
resolutie moet voldoende hoog zijn en ook het gezicht moet duidelijk zijn. Keer
op keer mislukte het uploaden van de foto en achteraf blijkt dat de achtergrond
spierwit moet zijn. Ik heb er dus niks beter op gevonden om via Photoshop een
witte achtergrond kunstmatig toe te voegen en toen kon ik de foto probleemloos
uploaden. Totaal absurd, maar het werkt wel. Daarna betaalde ik met veel
plezier de 35 dollar voor het E-visum. Reken daarna op ruim dertig dagen om het
visum goed te keuren. De Pakistaanse overheid contacteert normaal gezien de
reisorganisatie en als dat in orde is, is het kwestie van wachten en wachten. Zie
dus dat je er op tijd bij bent om het E-visum aan te vragen!
Mocht je toch onoverkomelijke
problemen hebben met het uploaden van de foto kan je het visum aanvragen via de
Pakistaanse
ambassade in Brussel maar dan wel met de opmerking dat hun systeem om
afspraken te maken geen meter werkt en voor mijn emails en telefoonoproepen om
een afspraak te maken (vooraleer ik er in slaagde om een foto up te loaden),
bleef men Oost-Indisch doof. ’t Is maar dat je het weet…
Wanneer je uiteindelijk afreist
naar Pakistaan, is het hoogst aangeraden om de gegevens van het E-visum af
te drukken. Toen ik in Zaventem wilde inchecken, had ik dit niet bij de
hand en zonder E-visum geen vlucht naar Pakistan… Gelukkig kon ik me snel
aanloggen op de site om het visum te tonen en later heb ik het visum afgedrukt.
Dit visum is erg belangrijk en wordt overal gevraagd in Pakistan. Zorg ervoor
dat je dit document niet verliest!
Houd er ook rekening mee dat je paspoort
moet afgestempeld zijn wanneer je Pakistan binnenkomt. Dit is bij mij niet
gebeurd en er gingen bij mij geen alarmbellen af aangezien dit enkele maanden
eerder hetzelfde gebeurde toen ik Peru binnenkwam. Bij het verlaten van
Pakistan gaf dit echter problemen en moest ik nog een kleine procedureslag
uitvechten vooraleer ik verder mocht. Voor dit soort gevallen is het wel handig
dat je je tickets van de heenvlucht bijhoudt.
Veiligheid
Pakistan is geen evident land om
op reis te gaan en veiligheid blijft één van de grote onbekende factoren. Het
loont sowieso de moeite om naar de website
van het FOD te surfen om het reisadvies voor Pakistan op te vragen.
Welllicht zal dit rood zijn aangezien Pakistan nog altijd als een volatiel land
beschouwd wordt. Dat gezegd zijnde, valt de veiligheid in Pakistan goed mee
omdat je verreweg de meeste tijd doorbrengt in het Karakoramgebergte waar geen
kat – wel sneeuwluipaarden – komt buiten bergbeklimmers en trekkers. Bovendien
ben je sowieso verplicht om te reizen in groep met een reisorganisatie en de
lokale gids weet waar hij wel of niet moet zijn.
Sinds de War on Terror
wordt Pakistan dikwijls in één adem genoemd met andere terroristische landen,
maar de laatste tien jaar zijn er geen noemenswaardige incidenten gebeurd. Het
laatste spijtige incident gebeurde in 2013 toen een tiental toeristen werd
omgebracht door IS in Baltistan als vergelding op de dodelijke aanslag van één
van hun leiders door het Amerikaans leger. Sindsdien zijn de
veiligheidsmaatregelen gevoelig opgeschroefd. Er zin talrijke security
checkpoints en ook het Pakistaans leger zie je met de regelmaat van de klok
opduiken.
Op het vlak van religie kunnen er
helaas wel incidenten gebeuren zoals ik aan den lijve heb kunnen ondervinden.
Eén of andere islamgeleerde uitte kritiek op enkele figuren uit de Islam uit
het verleden en dat werd niet echt geapprecieerd door een deel van de bevolking
in Baltistan. In Skardu waren er massaal betogingen en ook de Karakoram
Highway, de enige (snel)weg die Baltistan verbindt met de rest van
Pakistan, werd bezet. En zo zit je dus vast in een afgesloten deel van
Pakistan. Gelukkig biedt de luchthaven van Skardu redding. Dus buiten
religieuze spanningen is Baltistan een relatief stabiele regio.
De FOD raadt aan om reizen naar Pakistan te registreren op https://travellersonline.diplomatie.be en bij reizen naar regio’s waar dit wordt afgeraden (zoals bijvoorbeeld Balochistan) wordt er ook gevraagd om de ambassade op de hoogte te brengen via email op islamabad@diplobel.fed.be.
Wat heb je nodig
Wanneer je de Gondogoro La
oversteekt, zijn dragers vanaf Ali Camp met de taak belast om je backpack te
torsen en daarom wordt er gevraagd om maximaal vijftien kilogram mee te nemen.
Aangezien de trekking drie weken duurt is vijftien kilogram niet veel, dus is
het belangrijk om goed na te denken wat je wel en niet wil meenemen op deze
trekking.
Paklijst
Volgende items neem je best mee
naar Pakistan
·
Een fleece of lichte regenjas (hardshell jacket)
wanneer het regent
·
Een dikke(re) winterjas wanneer je de oversteek
maakt naar de Gondogoro La
·
Goede wandelsokken (om blaren op je voeten te
voorkomen)
·
Wandelstokken
· T-shirts van merinowol (voorkomen onaangename
geurtjes en kunnen meerdere dagen gedragen worden, t-shirts van katoen worden
sneller nat door zweet en kunnen koude veroorzaken)
·
Trekkingsbroek (2 keer)
·
Regenbroek
·
Short
·
Muts en handschoenen (noodzakelijk bij de
Gondogoro La)
·
Powerbank (2 keer)
·
Ondergoed en thermisch ondergoed (aangeraden bij
de Gondogoro La)
·
Waterzuiveringstabletten / GRAYL Ultrapress
Waterfilter Purifier
·
Pet tegen de zon
·
Trui (2 keer)
·
WC-papier
·
Zonnebrandcrème (minstens factor 30)
·
Microvezelhanddoek
·
Optioneel: opblaasbaar hoofdkussen
·
Lippenbalsem
·
Tandpasta
·
Shampoo
·
Natte doekjes (om jezelf te reinigen)
·
Zonnebril
·
Camelbag en drinkbussen (minstens 2 liter)
·
Ongeveer 500 euro zakgeld (voornamelijk voor
fooien)
·
Paspoort, vliegtuigtickets, verzekeringen,
afgedrukt exemplaar van E-visum en andere reisdocumenten
·
Slaapzak (tot -10 graden Celcius)
·
Slaapmatje
·
Hoofdlampje (voor ’s nachts en bij de Gondogoro
La)
·
Optioneel: liner
·
Regenhoes voor backpack
· Dagrugzak van (minimaal) dertig liter
Het meeste van dit materiaal heb
ik (in het verleden) gekocht bij Decathlon waar je een goede kwaliteit
krijgt voor een schappelijke prijs.
Dit is een hele lijst, maar elk
item zal je vroeg of laat wel eens nodig hebben en dan ben je blij dat het ter
beschikking is. Enkele dingen die interessant zijn om te weten:
-
De GRAYL Ultrapress Waterfilter Purifier: dit is
een drinkbus van maar liefst honderd euro, maar het zuivert wel water in tien
seconden via een ingenieus druksysteem. Vooral bij de eerste twee dagen kan het
bloedheet zijn en is er geen water in overvloed. Een dure jongen, maar het was
voor mij letterlijk een lifesaver.
-
Powerbank: ik had er slechts één bij en ik dacht
dat er bij elke kampplaats wel een generator zou zijn waar ik mijn telefoon
en/of powerbank kan opladen. Fout gedacht en enkel bij Concordia was er na
onderhandelen met de gids een generator beschikbaar. Daarom neem je dus best
twee powerbanks mee (als je die hebt) omdat het nauwelijks plaats inneemt en je
kan je telefoon dan meerdere keren opladen.
-
Een camelback kan erg handig zijn wanneer je wil
drinken, maar niet onmiddellijk wil stoppen. Het ziet er soms niet uit, maar
het is wel verdomd handig.
-
De trekking duurt drie weken en je spendeert
ruim twee weken in het Karakoramgebergte. Ik was toch verdomd blij dat ik een
opblaasbaar hoofdkussen bij had zodat ik toch enigszins mijn hoofd kon laten
rusten op iets.
-
Klimmateriaal huurde ik ter plekke voor
tweehonderd euro wat toch wel enigszins duur is. Je kan ook je eigen materiaal
meenemen zoals spikes en klimgordel.
Schoenen
Op deze trekking zijn er ook een heleboel stromen die doorkruist moeten worden. Tijdens mijn passage in augustus leverde dat geen natte voeten op, maar toch kan het zijn dat je met je voeten door het water moet. Daarom zijn waterschoenen of sandalen wel handig om mee te nemen. Je kan deze schoenen bovendien gebruiken als veredelde pantoffels na de wandeling om zo je voeten wat te laten ontspannen. Waterschoenen zijn wellicht te verkiezen boven (water)sandalen aangezien deze schoenen zijn uitgerust met een rubberen zool die houvast biedt bij het doorkruisen van water.
Apotheek
Iets waar je wel zeker en vast rekening mee
moet houden, is dat de kans op ziekte en ongemakken erg reëel is. Hygiëne
varieert bij de kampplaatsen van laat te wensen over tot onbestaande
en de kans dat je diarree, buikkrampen of iets erger meemaakt, is vrij reëel.
Daarenboven ga je tot op ruim 5600 meter hoogte wat de zaken nog eens extra
compliceert. Daarom is het belangrijk om voldoende medicijnen en geneesmiddelen
mee te nemen tegen eventuele ongemakken. Ik nam zelf volgende middelen mee
(sommigen op doktersvoorschrift):
·
·
ORS: mocht je gedehydrateerd geraken, is een ORS-middel erg effectief
·
Motilium: de klassieker bij maagoprispingen
·
Imodium: een andere klassieker, maar deze keer
tegen diarree
·
Paracetamol: tegen verscheidenen pijnen zoals
hoofdpijn, tandpijn, koorts
·
Ibuprofen: een zware pijnstiller tegen diverse
pijnen, enkel voor noodgevallen
·
Een medicijn om darmflora te herstellen (bv.
Enterol) en aanvullende vitaminen B+C
Dit is opnieuw een hele lijst,
maar tijdens mijn trekking had werkelijk iedereen – inclusief de lokale staf –
problemen met darmen en maag en dan ben je blij dat je deze middelen bijhebt.
De staf zelf zal overigens ook medicijnen bijhebben, maar het kan nooit kwaad
om je eigen geneesmiddelen mee te nemen, zeker als je onderweg bent bij een
wandeling.
Voedsel
Tijdens de trekking gaat er een
kok mee en het spreekt voor zich dat vooral de lokale keuken langs de
smaakpupillen passeert. Dit betekent dus chapati als ontbijt en bij het
avondmaal veel rijst met kip, pasta en andere pikante gerechten. Bijzonder is
dat bij deze trekking levende kippen meegingen als bagage en om de één à twee
dagen verdween er telkens één in de stoofpot en later werd er lekkere kip
voorgeschoteld met kippensoep als voorafgaande opener. Maar omdat – zoals
eerder gezegd – maagproblemen niet uitzonderlijk zijn, is het aangeraden om
zelf een klein beetje proviand mee te nemen.
Ik nam zelf soepzakjes van
Royco mee die je met heet water kan opwarmen en eten. Het is geen haute
cuisine, maar kan wel een dankbaar culinair alternatief zijn voor de kip en
rijst die je (bijna) elke dag krijgt voorgeschoteld. Ik nam ook enkele zakjes
mee die bestaan uit een mengeling van muesli, noten en rozijnen. De kok maakte
hier havermout van en dat is goed krachtvoedsel als ontbijt. Het nadeel is dat
het na twee à drie dagen bijna niet (meer) smaakt.
Ook handig om mee te nemen zijn
snoeprepen (power bars), magnesium, druivensuiker (Dextro)
en powergels. Het laatste is handig wanneer je er door zit en een plotse
boost in energie kan gebruiken. Het is geen wondermiddel, maar wel nuttig
wanneer je het even moeilijk hebt.
Wat is de beste periode
De periode waarin je de K2 en
Gondogoro La Trekking kan doen is vrij kort en loopt van midden juni tot
midden september. Vanaf midden juni worden de touwen opgesteld om naar de
Gondogoro La te klimmen. In praktijk zullen de meeste trekkers deze tocht in
juli of augustus doen. In juni behoor je tot de pioniers en moet men naar de
beste wegen zoeken. Vooral bij de klim naar de Gondogoro La kan dat een
behoorlijk vermoeiend werkje zijn omdat de sneeuw nog metershoog opgestapeld
ligt. Vanaf eind augustus treden er steeds meer spleten op in de gletsjers
waardoor de trekking verraderlijker wordt en bijgevolg ook gevaarlijker. Rond
het midden van september worden de touwen die zijn opgesteld om naar de
Gondogoro La te klimmen terug afgebroken en is het gedaan met de pret.
In praktijk zullen de meeste
groepen opteren voor een trekking in juli omdat het moessonseizoen in augustus
begint wat meer regen met zich meebrengt. Juli is daarentegen warmer – wat zich
vooral bij de eerste twee dagen laat gevoelen – en ook een stuk drukker. Door
de opkomende warmte beginnen sneeuw en gletsjerwater te smelten waardoor
rivieren ook heftiger zijn en je goed moet opletten bij het kruisen van deze
waterlopen.
Zelf ben ik van zes tot
zevenentwintig augustus geweest en ik kan hier enkel positief over zijn. Hoewel
het nog steeds (heel) warm is in augustus is het toch meer draaglijk dan in
juli. Bovendien zijn er minder trekkers waardoor de meeste kampen vrij kalm
waren met uitzondering van Paiju (aangezien hier meer groepen komen omdat ik
hier twee dagen was). Ik had geen last van regen overdag en enkel op een
zeldzame nacht werd ik geconfronteerd met regen. Het weer is altijd geluk
hebben – daar heeft de maand weinig impact op – en ik werd tijdens de trekking
bijna altijd verblijd met een heldere hemel. Ik raad dus zelf aan om in
augustus te gaan, hoewel de gids heeft gezegd dat juli de betere periode is.
Misschien wel, maar dan heb je wel meer drukte en warmte…
Hoe er geraken
De vraag is echter hoe je van
België naar Islamabad geraakt. Er is geen rechtstreekse verbinding en ook bij
de nabije luchthavens bestaat er geen rechtstreekse vlucht. Ik gebruik Google Flights om de
beste vluchten te vinden en in praktijk zijn er drie mogelijkheden om vanaf
Brussel te vliegen:
·
Met Turkish Airways via een tussenlanding in
Istanbul
·
Met Qatar Airways via een tussenlanding in Doha
·
Met Emirates via een tussenlanding in Dubai
Zelf opteerde ik voor een vlucht
met Qatar Airways wat me ongeveer 1300 euro kostte. Bij de tussenlanding in
Doha was ik stomverbaasd dat ik niet langs security en douane moest passeren.
Bij de terugvlucht moest ik wel langs security passeren, maar dat duurde amper
vijf à tien minuten. Als je net zoals ik een stresskip bent op het vlak van
tussenlandingen dan is de luchthaven van Doha een fantastische keuze.
Eén reden om Dubai boven Doha te
verkiezen, is dat sinds augustus 2023 (dus tijdens mijn trekking met andere
woorden) er een rechtstreekse vlucht is van Dubai naar Skardu. Daar staan wel
enkele stevige kanttekeningen bij: deze vlucht gaat niet elke dag door,
voorlopig staat dit in zijn kinderschoenen en is het nog niet stabiel en geldt
dit enkel voor de richting van Dubai naar Skardu en niet omgekeerd. Toch, als
je zo een dagje Islamabad en een bijkomende vlucht naar Skardu kan omzeilen, is
dit zeker een optie om te overwegen.
En zoals altijd: des te vroeger
je een vlucht boekt, des te goedkoper de prijs is.
Reisschema
Islamabad
De vlucht naar Islamabad levert
bij de plaatselijke luchthaven opvallend weinig formaliteiten op en na tien
minuten ben ik de douane gepasseerd. De ambtenaar van dienst vergeet echter om
een stempel in mijn paspoort te zetten en dat levert achteraf wel problemen op.
Dat is dus niet een fout die je wil herhalen… Gids Imtyaz haalt me op na een
weinig ontspannen vlucht, maar helaas ga ik weinig kunnen uitrusten want er
staat een dag van sightseeing op het programma.
Islamabad is een planmatig
aangelegde stad die het levenslicht zag in de jaren zestig van de vorige eeuw
waar het Karachi opvolgde als hoofdstad van Pakistan. Miljoenenstad Karachi
ligt aan de Arabische zee en bewindsvoerders wilden destijds een stad die meer
centraal gelegen is. Nu is Islamabad een stad van iets meer dan één miljoen
inwoners dat opvallend groen is, brede autowegen kent en is uitgerust met een
goede infrastructuur. Het is verre van een typische Pakistaanse stad, maar doet
meer denken aan westerse steden.
Op één van de heuvels van
Islamabad staat een nog meer recent gebouw: het Pakistan Monument. Dit gebouw
werd in 2010 gebouwd en representeert vier grote bladen. Elk blad representeert
een cultuur uit Pakistan: de Punjabi, Baloch, Sindhi en Pakhtun. Op klaarlichte
dag ziet dit monument er mooi uit, maar wanneer ik later foto’s zie bij avond
blijkt dat het nog veel mooier kan zijn. Net zoals bij de Faisalmoskee geldt
dat het een mooi gebouw is om te bezichtigen, maar na een kwartier heb je alles
wel gezien. Hier maak ik ook even van de gelegenheid gebruik om een blik te
werpen op de rest van de stad waar enkele wolkenkrabbers opvallen tussen de
laagbouw.
Er zullen ongetwijfeld nog een
boel andere dingen te zien zijn in Islamabad, maar de sightseeing tour eindigt
hier en dat is voor mij owkey. Met een temperatuur van 34 graden heb ik geen
brandend verlangen om andere dingen te zien en ik ben blij wanneer ik kan eten
en later afkoelen in mijn hotel.
Skardu
Vandaag mag ik vroeg uit de
veren, want ik mag opnieuw naar de luchthaven van Islamabad, maar deze keer om
naar Skardu te vliegen. Skardu is de hoofdplaats van de afgelegen regio van
Baltistan – waar het Karakoramgebergte zich bevindt – en is bijgevolg ook de
toegangspoort tot deze regio die populair is bij bergbeklimmers en trekkers.
Aangezien de Karakoram Highway onvoorspelbaar is door moeder natuur (denk maar
aan modderverschuivingen, vallende stenen, enzovoort) is de luchthaven van
Skardu eigenlijk de enige betrouwbare manier om tot hier te geraken.
De vlucht naar deze piepkleine
luchthaven is trouwens een ervaring op zich, want als je geluk hebt en aan het
raam zit, kan je de machtige Nanga Parbat bewonderen. Deze achtduizender in het
uiterst westerse gedeelte van de Himalaya is één van de vijf bergen die hoger is
dan achtduizend meter in Pakistan en de enige Pakistaanse achtduizender die zich
niet het Karakoramgebergte bevindt. De Nanga Parbat wordt beschouwd als een
heilige berg en ziet er net dat tikkeltje indrukwekkender uit dan andere
bergen. Om bij de vlucht naar Skardu op gelijke hoogte te vliegen met de top
van deze berg is tegelijkertijd hallucinant als indrukwekkend.
Het meest indrukwekkende is
misschien wel het uitzicht van het hotel, Mountain Lodge, waar ik een
fantastisch uitzicht heb op de Indusvallei die Skardu kilometerslang omringt.
Eigenlijk bevindt Skardu zich in een woestijn op grote hoogte waardoor de omgeving
er relatief kaal uitziet. De woestijn wordt getypeerd door zandduinen, maar die
zijn vanaf het hotel amper of niet waarneembaar.
Rit naar Askole
Ik ben inmiddels drie dagen in
Pakistan, maar nog altijd niet op de plek waar ik moet zijn. Gelukkig komt daar
vandaag verandering in, want dan arriveer ik in Askole, de startplek van de K2
en Gondogoro La Trekking. Voor het zover is, wacht er nog een helse rit van
ongeveer vijf uur met de jeep door de kronkelende bergpaden. De jeeprit begint
bij het plaatsje Shigar en de omringende vallei en hier zijn de wegen nog van
relatief goede kwaliteit. Af en toe is er een gat in de weg of moeten we even
omrijden voor een hindernis. Wat me hier opvalt, is dat hier een aantal primary
schools zijn in de plaatselijke bergdorpjes, maar nooit zie ik een
middelbare school. Gids Imtyaz weet me achteraf te vertellen dat er enkel in
Skardu een middelbare school is.
Wanneer je arriveert in de vroege
namiddag blijkt dat er niet zo gek veel te doen is in Askole en daarom maak ik
een kleine wandeling door het dorpje. Deze kleine wandeling wordt al
gauw een wandeling van ruim twee uur wanneer ik me door de veldpaadjes begeef.
In Askole wordt er nog veel aan landbouw gedaan – voornamelijk door vrouwen en
kinderen – en dat is een mooi landschap om door te wandelen. En groep kinderen
volgt me en piloteert me naar een waterbassin dat eveneens de functie vertolkt
van lokaal openbaar zwembad. Op eigen houtje keer ik terug naar het dorp waar
ik de eerste avond doorbreng in mijn tent. Het dorpje kent ook nog een
winkeltje en is de laatste kans om luxes uit de bewoonde wereld aan te
schaffen.
Askole naar Jhola
De eerste trekkingdag begint bij
mij in mineur. De vorige avond heb ik mijn tanden gepoetst met het water dat
uit een kraantje komt bij de kampplaats in Askole en dat was wellicht geen
briljant idee. ’s Nachts ben ik vijf keer naar het toilet geweest en ook bij
het vertrek om zeven uur ’s ochtends staan mijn darmen op capituleren. Gelukkig
heb ik wat Imodium en Motilium bij, maar dit kan niet al het leed ongedaan
maken. Toch moet ik eraan beginnen en het eerste uur verloopt vrij gemoedelijk.
Langzaam wuif ik Askole uit en groene velden maken plaats voor droge
rotsvelden. Na een uurtje wandelen is er een checkpoint van het Karakoram
National Park, maar wanneer ik er passeer, is er geen levende ziel te bekennen.
Het laatste stuk naar Jhola duurt
wat minder lang, maar is helaas ook wat minder interessant. Een lang stuk
rechtdoor weet weinig te inspireren. De enige bezienswaardigheid hier is de Snowleopard
Bridge. Dit is een hangbrug die in 2020 werd gebouwd door het Pakistaanse
leger. Niet omdat het Pakistaans leger graag trekkers ziet, maar wel omdat dit
betwist gebied is met India en daarom zie je met de regelmaat van de klok
Pakistaanse legerkampen op de radar verschijnen. Die moeten uiteraard met
elkaar verbonden zijn en daarvoor fungeert deze brug. Na deze brug strekt er
zich een lang wit strand uit bezaaid met rotsen en keien. Hier zal dus
miljoenen jaren geleden wel een zee of groot meer zijn geweest. Dit neem ik als
binnendoor om zo tot Jhola Camp te wandelen.
Jhola naar Paiju
De tweede dag van de trekking
kondigt zich ook aan als een lange dag, maar dan wel een tikkeltje moeilijker
dan de eerste dag. Richting Paiju moet er namelijk een heel deel langs kliffen
gewandeld worden die vooral naar het einde toe erg geaccidenteerd zijn. Het
begin van de wandeling wordt niet zo getypeerd door deze kliffen, maar bestaat
dan weer uit een hoop los zand wat het wandelen bemoeilijkt. Toch is dit één
van de mooiere dagen om te wandelen aangezien het een goede combinatie weet te
vinden van (technische) uitdaging en landschap, hoewel dat laatste soms wel wat
monotoon is.
l
Bij mijn vertrek uit Jhola Camp keer ik even terug van waar ik
gisteren kwam aangezien ik een U-bocht moet maken om tot bij de Braldurivier te
geraken. Deze rivier houdt me gedurende de gehele dag gezelschap en hij laat
zich graag horen. Het water stroomt hier aan een hels tempo en dat vertaalt
zich in een hoog aantal decibels. Bij de klifwandeling is het overigens goed
opletten om niet op geërodeerde stukken te wandelen. De rivier stroomt namelijk
zo heftig dat het stukken land wegvaagt waardoor er instortingsgevaar dreigt.
Gelukkig bevindt het pad zich een stukje van de rivier en is dit nooit een
reëel gevaar.
De eerste helft van de wandeling
is het gemakkelijkste gedeelte en loopt voornamelijk naast de Braldu op een
brede weg. Hier nog geen echte kliffen dus en de enige inspanning is de lichte
hellingsgraad naar boven. Vanaf de rustplaats verandert dit patroon langzaam en
maakt het zand langzaam plaats voor rotsen en stenen. Het paadje wordt smaller,
de klif wordt hoger en het parcours meer geaccidenteerd. Een brug die bestaat
uit losse houten balken – en waar je dus letterlijk kan door vallen –
illustreert dat het gemakkelijke gedeelte van de trekking definitief achter de
rug ligt.
Met ruim 21 kilometer is dit een
behoorlijk lange wandeling, maar vooral in de tweede helft is het wat
aangenamer hiken met de kleine klifpaadjes die de hoogte in gaan. Zodoende heb
ik ook een mooi panorama over het landschap en op dergelijke momenten is het
leuk om een hangbrug in de verte te ontdekken. Toch ben ik blij wanneer ik bij
Paiju arriveer, want rond het middaguur wordt het andermaal bloedheet.
Rustdag in Paiju
Ik ben amper twee dagen onderweg
of er staat al een rustdag op de planning. Paiju is een gekende plek om het
even rustiger aan te doen. Deze dag fungeert ook als acclimatisatiedag
aangezien deze plek zich op een hoogte van ongeveer 3500 meter bevindt. Een
echte rustdag wordt het overigens niet, want na het ontbijt van zeven uur is
het tijd om een lokale piek te beklimmen. Piek is misschien overdreven, want
eigenlijk gaat het om een mooi uitkijkpunt waar je een goed overzicht hebt over
de verscheidene bergen die Paiju omringen.
Dat het geen rustdag is, ervaar
ik meteen, want de hellingsgraad flirt soms met veertig procent en meer.
Bijkomende hindernis is dat deze berg is uitgerust met los zand wat het
wandelen nog eens een extra dimensie moeilijker maakt. Maar geen nood, kok Ibrahim
heeft een touw bij waardoor we langs rotsen kunnen klimmen. Voor mij is het
mijn eerste initiatie in klimmen en door wat communicatiestoornissen gaat het
niet zo vlot als verhoopt. Ach, moeilijk gaat ook en nadat ik bijna de kok naar
beneden heb getrokken en net niet in een afgrond kukelt (ik mocht niet aan het
touw trekken, dat was dus de communicatiestoornis) geraak ik uiteindelijk ook
boven.
Na 2,5 uur sta ik terug in Paiju
Camp en heb ik nog een hele dag om mij te amuseren. Een andere kleine wandeling
doen, zit er bij mij niet in aangezien er buiten de paden die ik al gedaan heb
(en ga doen) niet veel andere wandelmogelijkheden zijn. Dan zit er niks anders
op om de naam van deze dag alle eer aan te doen en te rusten.
Paiju naar Khorbotse
Dit is de eerste moeilijke
wandeldag en daar heeft de Baltorogletsjer veel mee te maken. De wandeling naar
deze gletsjer verloopt nog gemakkelijk, maar eenmaal op deze gletsjer zijn
wandelpaden definitief verdwenen en bestaat de dag erin om urenlang door
steenpuin en gletsjers te stappen. Dat vergt wat aandacht, want een uitschuiver
is snel gemaakt en stenen die tientallen meters naar beneden denderen, zeggen me
dat je dit voorbeeld niet wil volgen.
Het is een klein uur wandelen van
Paiju naar de mond van de Baltorogletsjer en zoals gewoonlijk houdt dit in dat
het licht hellend naar boven gaat. Het strandzand is terug van nooit helemaal
weggeweest en daardoor verloopt het wandelen aan een iets trager tempo dan
gewoonlijk. Hier zijn ook enkele mooie stopplaatsen, want de Braldurivier kent
in dit gebied zijn (gedeeltelijke) oorsprong aangezien deze rivier voornamelijk
wordt gevoed door gletsjerwater en smeltende sneeuw.
Later wordt het nog wat
moeilijker, want dan moet ik langs enkele kleine gletsjerstroompjes navigeren
in een omgeving van morenen. Hier gaat het dus nog meer op en af en losse keien
bemoeilijken het wandelen op een steile gletsjerhelling nog eens extra. Deze
passage duurt circa twintig minuten, maar ik slaak een zucht van opluchting
wanneer dit stuk achter de rug ligt. Rond de middag arriveer ik bij de
kampplaats in Khorbotse en ben ik vooral blij dat ik niet meer langs morenen
moet wandelen.
Khorbotse naar Urdukas
Rotsen en stenen. Meer uitleg kan
ik niet geven bij deze dag, want dat is het enige wat ik gedurende deze dag te
zien krijg. Eigenlijk is het een herhalingsoefening van de vorige dag, maar dan
in beperktere mate. Van Khorbotse naar Urdukasis slechts zes kilometer, maar
toch duurt het drie uur om tot bij de volgende kampplaats te geraken. Ten
opzichte van de vorige dag is er niet veel verschil qua landschap of het moeten
de stenen zijn die hier toch wat groter lijken dan bij het begin van de
Baltorogletsjer.
Toch duurt dit nooit lang
aangezien dit een vrij korte dag is. Urdukas is één van de mooiere kampplaatsen
in het Karakoramgebergte, want het beschikt zelfs over een eigen moestuintje.
Urdukas is gelegen tegen een klif wat inhoudt dat de toiletten tegen de
bergflank zijn gebouwd en je moet dus een kleine klim doen, wil je je darmen
ontlasten. Dit zijn zo van die dingen waar ik me aan erger op de dag zelf, maar
achteraf kan ik er de charme wel van in zien.
Urdukas naar Goro II
Ik bevind me inmiddels in het
hart van de Baltorogletsjer en bij het begin van deze wandeling is het
steenpuin nog steeds omnipresent aanwezig. Maar na ruim een uur wordt het
steenpuin verruild voor steengruis en begint er zich zelfs iets te ontwaren wat
enigszins op een wandelpad lijkt. Het wandelen op deze dag verloopt daarom ook
beduidend gemakkelijker dan de twee vorige dagen en dat is goed nieuws voor
mijn voeten die wat minder harde rotsen moet verdragen.
Ik heb al eerder de opmerking
gemaakt dat op sommige dagen – zoals bij de vorige twee – er eigenlijk geen
wandelpaden zijn. Dat is eigenlijk niet zo vreemd, want elk jaar opnieuw moeten
de eerste trekkers een nieuwe weg zoeken langs de Baltorogletsjer. Er komt namelijk
jaarlijks een fikse, nieuwe lading van stenen, rotsen en morenen bij dat
afkomstig is van de naburige bergen. Dat zorgt ervoor dat paden – als je die zo
al kan noemen – elk jaar opnieuw heruitgevonden moeten worden. Op weg naar Goro
II lijkt dit minder van tel, want hier is de omgeving meer open en zijn er
opvallend minder rotsen.
Het lijkt er op dat hier ook meer
ijs aanwezig is dan bij de voorbije dagen en daar zal de hoogte niet vreemd aan
zijn. Goro II bevindt zich op ongeveer 4300 meter hoogte en dat uit zich in tal
van kleine ijsbergen die ik links en rechts te zien krijg. Dat maakt het
landschap ook wat gevarieerder. Diversiteit is allesbehalve het woord om
het landschap te beschrijven, maar er is zeker in vergelijking met de voorbije
dagen een stuk meer te zien. Naast deze kleine hopen ijs is er namelijk nog het
laatste restje groen op de kampplaats van Goro II waar de muilezels en paarden
zich te goed aan doen.
Goro II naar Concordia
De gemakkelijkste dag op de
Baltorogletsjer is ongetwijfeld de route van Goro II naar Concordia waar de
morenen helemaal zijn verdwenen en het steenpuin blijft tot een minimum
beperkt. Door de stijging naar 4500 meter hoogte is er logischerwijze meer ijs
te zien onderweg en deze dag is daarom een aangename wandeling naar de plaats
waar je echt wil zijn: Concordia.
Op sommige dagen bij deze
trekking zijn er amper of geen wandelpaden waarneembaar en zijn het de
stenenmannetjes die je op de goede weg brengen (als de gids in geen velden of
wegen te bekennen is), maar er is ook een alternatief. Er is namelijk een enorm
lange kabel die langs de verscheidene kampen passeert en je een indicatie geeft
hoe je moet lopen. In een draadloos tijdperk heeft deze draad al lang geen
functie (het fungeerde als communicatievehikel tussen de verscheidene kampen)
meer en hier en daar zijn er ook stukken verdwenen. Voor de wandeling naar
Concordia maakt het weinig uit, want de route wijst zichzelf uit.
Concordia is trouwens één van de
redenen waarom iemand de K2 en Gondogoro La trekking wil doen. Op dit plateau
komen maar liefst vijf gletsjers samen en het geeft een ongeëvenaard beeld van
beroemde bergen zoals uiteraard de K2 en Broad Peak, maar ook mindere goden
zoals Chogolisa, Crystal Peak en Marble Peak. Dit is niets minder dan een
amfitheater voor het meest spectaculaire panorama van bergen en bij helder weer
worden de ogen getrakteerd op een fantastische voorstelling van de meest
dramatische bergbeelden ter wereld.
Condordia naar K2 basecamp en terug
Om Concordia te verlaten, moet er
eerst over een kleine ijsberg geklommen worden en met mijn linkerschoen waarvan
al een fiks deel van de zool is verdwenen, is dat alles behalve evident. Maar
met uitschuivers geraak ik ook boven en dan kan de tocht verdergezet worden. De
route naar Broad Peak basecamp gaat meestal over steenvelden met soms fraaie
plekjes. Zo is er vlak na de ijsberg een plaats waar diepe gletsjermeren zijn
omringd door metershoge, steile hellingen van steenpuin. Hier bevindt zich ook
een zendmast van het Pakistaans leger op een plek waar je dat niet verwacht.
Na ruim twee uur wandelen op het
steenpuin wordt het wat gemakkelijker als ik over het ijs van de Godwin
Austengletsjer kan wandelen. Hier tref ik wel een veelvoud van kleinere en
grotere stromen aan en soms is het toch een hachelijke onderneming om over zo’n
stroom te geraken. Gelukkig beland ik niet in het water en heb ik geen last van
koude voeten. Die voeten worden wel langzaam kouder naarmate ik in de buurt kom
van het K2 basecamp. Via een parcours van rotspaden beland ik bij het basiskamp
en dan ben ik al ruim vijfduizend meter hoog.
Een eenzame tent maakt duidelijk
dat hier niemand meer rondloopt en dat is het signaal om wat verder poolshoogte
te nemen bij de diverse herdenkingsborden die de slachtoffers van de K2
gedenken. De weg naar beneden is uiteraard eenvoudiger dan de klim, maar ook
hier is het weer opletten voor de diverse stromen die te pas en onpas opduiken.
De laatste pauze van de dag vindt plaats bij Broad Peak basecamp waar een groep
die gelijktijdig met ons is vertrokken hun kampen hebben opgeslagen. Tegen een
warme thee zeg ik geen nee vooraleer ik start aan het laatste kwart van de dag.
Het stenenveld eist het laatste restje geduld van mij op, maar het moeilijkste
stuk van de dag wacht op het einde. De kleine ijsberg moet uiteraard weer
overgestoken worden en met mijn bedenkelijk schoeisel gaat dat geheid
schuifpartijen geven. Er zijn geen crampons of spikes aanwezig en dan moet ik
het dus doen met mijn half versleten linkerschoenzool. En zoals voorspeld: ik
ga tegen de vlakte, maar gelukkig zonder kwalijke gevolgen. Om kwart voor vijf
ben ik terug in Concordia en ik besluit dat ik wel een rustdag kan
gebruiken.
Rustdag in Concordia
Dat blijkt geen slecht idee te
zijn, want iemand anders van het gezelschap dat meereist, blijkt grote
problemen te hebben met zijn maag en moet diverse keren overgeven. Een
oversteek via de Gondogoro La zal er op die manier sowieso niet in zitten. Zelf
houd ik het bij een dagje niks doen en mijn stoel is mijn voornaamste gezel op
deze dag. Met uitzicht op de K2 houd ik platte rust zodat ik morgen zo fris als
een hoentje naar Ali Camp kan wandelen.
Concordia naar Ali Camp
De laatste etappe voor de
Gondogoro La brengt me naar vijfduizend meter hoogte en gaat voornamelijk over
een ijsgletsjer zachtjes naar boven. Voor het zo ver is, moet er net zoals bij
K2 basecamp een kleine ijsberg beklommen worden.
Waar ik bij de eerste dagen nog
uitgebreid de tijd had om foto’s te nemen, is dat steeds minder en minder
geworden tot er zelfs geen pauze meer is zoals op deze wandeling. Dat roept
toch gemengde gevoelens bij mij op, maar ik laat het niet aan mijn hart komen.
Terwijl Imtyaz er als een speer van door gaat, stop ik soms om wat foto’s te
nemen en op deze zonnige dag en soms zitten daar een paar mooie foto’s bij.
Deze wandeling is relatief
gemakkelijk op het begin na. De klim naar boven gebeurt gestaag en de
hellingsgraad overschrijdt nooit de tien procent. Af en toe is er een stroom
die moet worden overgestoken, maar vergeleken met de waterlopen richting K2
basecamp is dit klein bier. Enkel bij de beklimming naar Ali Camp zie ik
opnieuw rotsen aangezien deze kampplaats zich tegen een bergwand bevindt. Nu is
het een kwestie van eten en wat uitrusten, want om elf uur ’s avonds begint de
zwaarste dag van de trekking.
Ali Camp naar Khuispang via Gondogoro La
Uitgerekend bij de zwaarste dag
van de K2 en Gondogoro La Trekking duiken mijn maagproblemen opnieuw op en heb
ik een ongelofelijke last van maagkrampen en diarree. Dit maakt dat ik dertien
uur nodig heb om elf kilometer te overbruggen, een uurtje meer dan voorzien.
Sowieso is dit een zware dag, maar door deze darmproblemen wordt het dus een
extra zware dag voor mij.
Om elf uur ’s avonds heb ik de
eer om helemaal voorop te lopen op mijn – speur hier de ironie – mijn
geliefkoosde terrein: rotsvelden. Omdat het nu pikkedonker is, kost me extra
veel moeite om op, langs, over en soms bijna door te rotsen te navigeren. Het
gaat ook op een verraderlijke manier omhoog zodat dit stuk toch moeilijker en
zwaarder is dan ik eerst dacht. Ik durf zelfs bijna te beweren dat dit het
fysiek meest vermoeiende stuk is van de dag en we zijn amper begonnen! Ik denk
dat ik tijdens de gehele trekking nooit zo opgelucht ben geweest toen als die
keer dat ik hoorde dat dit stuk voorbij is.
Om vijf uur ’s ochtends begin ik
aan de afdaling met de vaste touwen en deze keer gaat het vijfhonderd meter
naar beneden met opnieuw hellingspercentages van vijftig procent en meer. Dit
is verreweg het meest gevaarlijke stuk van de trekking en door een combinatie
van een gebrek aan klimervaring en onhandigheid duurt dit stuk maar liefst 2,5
uur bij mij. Het is steeds een geklungel om mijn karabiner van het ene touw
naar het andere te hijsen. Imtyaz wordt er zichtbaar nerveus van, want er is
een klok die in het oog moet worden gehouden.
Door de opkomende zon kan er
namelijk ijs smelten waardoor stenen en rotsen naar beneden komen op dit stuk
van de trekking en daar wil je zeker niet onder belanden. Wanneer ik eindelijk
rond half acht dit stuk heb afgerond, zie ik Imtyaz opgelucht adem happen. Het
ergste gevaar is dus voorbij. Door de fysieke inspanningen en bijkomende
darmproblemen begint het kaarsje stilaan uit te gaan en uiteraard is er net nu
opnieuw een lang stuk van rotsterrein waar ik moet over wandelen. Anderen doen
er twee uur over, maar ik doe er dubbel zo lang over. De darmproblemen worden
steeds erger en een lachend zonnetje doet de temperatuur de hoogte inschieten
wat ook niet bevorderlijk is voor mijn tempo. In de verte zie ik echter
Khuispang liggen en rond de klok van twaalven arriveer ik bij de kampplaats.
Eindelijk!
Khuispang naar Saitcho
De darmproblemen van gisteren
lijken alleen maar erger te zijn geworden en de zin om opnieuw een lange dag te
wandelen circuleert bij mij ergens rond het vriespunt. Zeker als ik weet dat
opnieuw uren langs rotsen mag stappen bij het begin van de dag. De enige
motivatie om deze dag aan te vangen is de schitterende, groene vallei van Hushe
wat in schril contrast staat met het bergwoestijnlandschap op de
Baltorogletsjer.
Maar de dag begint dus opnieuw
met een rotsterrein. Het enige positieve punt dat ik hierbij ondervind, is dat
het voornamelijk naar beneden gaat in plaats van naar boven. Khuispang bevindt
zich op 4700 meter hoogte en vandaag gaat het maar liefst 1300 meter naar
beneden. Hoewel dit met bijna achttien kilometer zeker geen korte wandeling is,
vergt dit traject dus geen grote fysieke inspanningen. Mijn darmproblemen
denken daar anders over, want het tempo over de rotsvelden verloopt weer
tergend traag bij mij. Er is een beetje afwisseling met stroken waar ik over
een gletsjer kan wandelen, maar over de eerste zes kilometer doe ik 3,5 uur.
Bij de pauze laat ik me de soep
smaken en – tegen beter weten in – laat ik me overtuigen om een tweede kom met
soep te verorberen. Dat heb ik beter niet gedaan, want de inhoud van de soep
komt er ogenblikkelijk langs de omgekeerde richting weer uit wanneer ik aan het
overgeven ben. Geen smakelijk gezicht, maar misschien wel nuttig aangezien ik
nu een lege maag heb. Dat maakt me net iets vitaler voor de rest van de
wandeling.
De rest van de wandeling verloopt
grotendeels gemoedelijk, maar op regelmatige tijdstip is er weer een plek waar
ik halsbrekende toeren moet uithalen om een waterval of rivier over te steken. Of
als het dat niet is dan wel een
zigzaggend pad dat bestaat uit los grind en plots honderd meter naar beneden
gaat op een erg steile manier. Aan dat soort dingen ben ik inmiddels gewend
geraakt en met grote voorzichtigheid ga ik naar beneden of steek ik de waterval
of rivier over. Hoewel naar het einde toe de dag wel erg lang begint te worden
– zeker na de dertien uur durende wandeling van gisteren – blijf ik toch
genieten van deze dag door het bijzonder mooie landschap. Wanneer ik Saitcho
bereik is al het leed van deze dag vergeten en blik ik terug op misschien wel
de mooiste dag van de gehele trekking.
Saitcho naar Hushe Village
De laatste dag van de K2 en
Gondogoro La Trekking kan je zowel letterlijk als figuurlijk als een uitloper
beschouwen. Over een gemakkelijk parcours gaat het grotendeels vlak in een
parkachtige omgeving. Er is namelijk een mooi afgebakend pad waar de stenen aan
weerszijden duidelijk maken dat dit een wandelpad is.
Bij het verlaten van Saitcho is
even opletten voor de vele kleine stroompjes die zich hier bevinden. Dit zijn
geen kolkende rivieren, maar echt wel stroompjes in miniformaat zodat je er
bijna met je schoenen kan doorlopen. Dit is eigenlijk de enige sectie van de
dag waar je geen gemiddelde van vijf kilometer per uur haalt. Aan de linkerkant
bevindt er zich opnieuw een rivier die erg wild stroomt en die steek ik over
zodat ik nu de rivier aan mijn rechterzijde laat.
Deze wandeling telt ruim tien
kilometer en eens over de helft nadert Hushe en dan zie ik in de verte de
prachtige groene vallei. Net zoals in Askole wordt er in Hushe ook aan landbouw
gedaan en op de vele groene velden in de verte zijn wellicht tientallen
personen aan het werken. De parkachtige omgeving wordt verlaten en ingeruild
voor meer open wegen. Niet dat hier veel auto’s komen, want de kwaliteit van de
weg is daarvoor te slecht. Als wandelweg is het echter prima te doen. Net voor
Hushe is er een laatste checkpoint van het Karakoram National Park waar de
administratieve rompslomp moet voldaan worden.
Als de vragenlijst is ingevuld
gaat het nog even verder en via een kleine veldweg gaat het plots steil naar
boven. De laatste loodjes wegen het zwaarst, maar dat spreekwoordelijke lood verdwijnt
wanneer ik de jeep zie die ons oppikt. Ik heb het gehaald!
Hygiëne op de kampplaatsen
Iets waar je zeker en vast in het
achterhoofd moet houden als je deze trekking wil doen, is dat de hygiëne bij
kampplaatsen gradueel erger wordt. Waar de hygiëne bij de eerste kampplaatsen
nog net een voldoende scoort, is dat bij de latere kampen een fikse onvoldoende
en op het einde zelfs onbestaande. Enkel bij de oversteek van de Gondogoro La
richting de Hushevallei wordt de hygiëne terug aanvaardbaar.
Dit heeft te maken met de
toiletten, als je dat zo al kan noemen. Toiletten bestaan uit kleine blokken en
zijn van het type Franse wc. Dat betekent dus gehurkt je ding doen. Naar
westerse normen abnormaal, maar als je een tijdje in Pakistan bent (of elders
in Azië), wen je er wel aan. Bij de eerste kampen zijn er nog kruiken om het
toilet te reinigen, maar dat principe wordt al gauw verlaten. Een beetje
wraakroepend want in het bedrag van de trekking gaat er een wel heel fikse
honderdvijftig dollar naar het onderhoud van de toiletten. Maar het wordt nog
beter: na verloop van tijd verdwijnen zelfs de Franse wc’s en moet je het doen
met een letterlijk gat in de grond. Kan het nog beter? Ja hoor, want sommige
kampen hebben zelfs totaal geen faciliteiten. Daar is het een kwestie van je behoefte
te doen in de open natuur. Authentieker kan het niet! Tel daar bij dat paarden
en muilezels overal hun uitwerpselen achterlaten en sommige plaatsen zijn een
broedhaard voor infecties. Vooral bij plaatsen waar water erg schaars is zoals
Concordia.
De laatste week liep ik continu
rond met diarree, een opgeblazen gevoel en maagkrampen en dat is door dit soort
ongein te wijten. De rest van mijn groep – inclusief lokale bevolking – kampte
met dezelfde perikelen, maar gelukkig voor hen niet met dezelfde ernst. Bij een
andere groep die gelijktijdig met ons vertrok had iedereen ook kleinere of
grotere ongemakken op dit vlak. Dit is echt wel iets waar je rekening mee moet
houden, maar helaas kan je hier weinig op voorbereiden…
Een overzicht van welke
faciliteiten je kan verwachten per kampplaats:
Kampplaats |
Toiletten |
Douche |
Score |
Opmerkingen |
Askole |
Ja, Franse WC |
Nee |
Aanvaardbaar |
De toiletten worden hier regelmatig gereinigd |
Jhola |
Ja, Franse WC |
Nee |
Aanvaardbaar |
Propere toiletten |
Paiju |
Ja, Franse WC |
Ja |
Aanvaardbaar |
Over het algemeen propere toiletten, mogelijkheid om te douchen |
Khorbotse |
Ja, Franse WC
+ gat in de grond |
Nee |
Onvoldoende |
Toiletten beginnen meer ranzig te worden, geen/zelden een kruik met
water aanwezig om het toilet te reinigen |
Urdukas |
Ja, Franse WC
+ gat in de grond |
Ja |
Onvoldoende |
De toiletten bevinden zich dertig meter op een bergflank, toiletten
worden zelden/nooit gereinigd |
Goro II |
Ja, Franse WC |
Nee |
Onvoldoende |
Slechts één toilet aanwezig voor een volledig kamp, is een broedhaard
van bacteriën |
Concordia |
Nee |
Nee |
Ronduit
slecht |
Geen facilitaire voorzieningen |
Ali Camp |
Nee |
Nee |
Ronduit
slecht |
Geen facilitaire voorzieningen |
Khuispang |
Gat in de
grond |
Nee |
Goed |
Een klein gebouwtje met daarin een gat in de grond en het gebouw
wordt regelmatig gepoetst |
Saitcho |
Gat in de
grond |
Ja |
Goed |
Idem Khuispang, maar dan met meer faciliteiten, je kan hier ook een
douche nemen en er is zelfs een bar aanwezig |
Verzekering
Aangezien de K2 en Gondogoro La
Trekking gaat tot 5600 meter hoogte gaat een gewone verzekering niet alles
dekken. Daarom is het heel erg sterk aangeraden – eigenlijk verplicht – om een
bijkomende verzekering af te sluiten. Zelf heb ik me lid gemaakt bij de
Belgische Klimsport en Bergfederatie, KBF. Dit kost ruim honderd euro per jaar,
maar dit is inclusief een verzekering
die repatriatie en reddingswerken op grote hoogte dekt. Je leest best wel de voorwaarden
na want reddingsoperaties waar bijvoorbeeld een helicopter wordt ingezet, is
gedekt tot 25 000 euro terwijl dit in realiteit meer kan kosten. Je kan ook
uiteraard een afspraak maken met je verzekeringsagent om een bijkomende
kortlopende verzekering te nemen, maar in praktijk zal dit wellicht evenveel
kosten als een jaarlidmaatschap bij de KBF terwijl je hier ook bijkomende
voordelen hebt: kortingen bij hutten in de Alpen wanneer je een trekking doet,
mogelijk om deel te nemen aan klimcursussen voor een klein bedrag,
Terrein en wandelpaden
De K2 en Gondogoro La Trekking is
geen trekking die je onbezonnen begint. Het is sterk aangeraden om al ervaring
te hebben met bergwandelen. Denk daarbij aan trekkings in de Alpen, Pyreneeën of
andere hooggebergtes genre Alta Via I, Tour du Mont Blanc, GR20 of
anderen. Het geeft een idee wat voor terrein je kan verwachten tijdens deze
tocht. Bij de eerste twee dagen krijg je nog mooi uitgestippelde wandelpaden
gepresenteerd, maar wanneer je de Baltorogletsjer opgaat, is dit definitief
verleden tijd. Dan navigeer je door steenpuin, rotsvelden en alles wat hier op
gelijkt. Geen (centi)meter is effen, je gaat constant omhoog en stenenmannetjes
leiden je naar het goede spoor.
Het wandelen op en langs het
steenpuin vergt tredzekerheid en die wordt uitgebreid getest bij de passages
naar K2 basecamp en de Gondogoro La. Onderweg worden er ook (kleine) gletsjers
gepasseerd, terwijl bij het einde van de trekking het ook langs besneeuwde
gletsjers gaat. Bovendien moet je een (kleine) ijsberg beklimmen om naar K2
basecamp en Ali Camp te gaan waar crampons/spikes aan te raden zijn bij deze
klimpartijen.
De wandelpaden bij de K2 en
Gondogoro La Trekking gaan tot niveau T4. Onderstaande tabel geeft een
idee wat elk niveau inhoudt.
Niveau |
Pad |
Terrein |
Vereisten |
T1 |
Goed ontwikkeld, bewegwijzerd en
gemarkeerd. Enigszins blootgestelde plaatsen, zeer goed beveiligd. |
Plat of licht hellend. Bij passend
gedrag geen valgevaar. |
Geen
vaste voet nodig. Kan in sportschoenen gelopen worden. Navigatie zonder kaart
mogelijk. |
T2 |
Doorlopende
route- en passagemarkering. |
Steil
in delen. Gevaar voor vallen niet uitgesloten |
Enkele
stevige trekkingschoenen aanbevolen. Basis navigatievaardigheden. |
T3 |
Meestal is er een voetpad
aanwezig. Blootgestelde plaatsen zijn meestal beveiligd met touwen of
kettingen. |
Gedeeltelijk
blootgestelde gebieden met valgevaar, grindvlaktes, padloos steil terrein. |
Goede
stabiele basis. Goede trekkingschoenen. Gemiddelde navigatievaardigheden.
Basis Alpine-ervaring. |
T4 |
Pad
niet noodzakelijkerwijs beschikbaar. Soms moet je je handen gebruiken om door
te gaan. |
Meestal
blootgesteld. Lastige grashopen, rotsachtige hellingen, eenvoudige firnvelden
en met sneeuw bedekte gletsjerpassages. |
Bekendheid
met blootgesteld terrein. Stabiele trekkingschoenen. Terreinbeoordeling en
goede navigatievaardigheden. Alpine-ervaring. |
Bij de beklimming van de Gondogoro La is eerdere klimervaring nuttig aangezien het gaat om een klasse vier beklimming wat inhoudt dat het een (gemakkelijke) technische beklimming is met crampons. Klimervaring is niet vereist, maar ervaring met via ferrata’s of andere eenvoudige beklimmingen is dus zeker een grote meerwaarde. De beklimming naar boven verloopt via vaste touwen en is vrij eenvoudig. Het is echter de afdaling naar beneden die wat technischer is en toch wat handigheid vereist. Gedurende zo’n vijfhonderd meter gaat het circa vijftig procent naar beneden en dan is het wel handig dat je vlot van het ene vaste touw naar het andere kan navigeren in een vloeiende beweging. Wanneer je geen ervaring hebt – zoals ik – dan kan de afdaling naar beneden één uur tot zelfs anderhalf uur langer duren dan mensen die wel al eerdere ervaring hebben.
Gondogoro La of niet
De trekking naar de K2 komt in
twee varianten: er is er eentje met de oversteek van de Gondogoro La wat wordt
beschreven in dit verslag, maar er is ook een andere die naar K2 basecamp trekt
en dezelfde weg teruggaat naar Askole. De vraag van één miljoen is: welke wil
je doen.
Als je opteert voor de versie met
de Gondogoro La moet je dit eigenlijk niet als een trekking beschouwen,
maar als een expeditie. Het moet namelijk goed weer zijn op deze bergpas om de
veiligheid van wandelaars te garanderen en op mijn trekking heb ik wandelaars
zien terugkomen omdat het slecht weer was op de Gondogoro La. Het geluk was
echter aan mijn zijde en ik kon deze pas dus wel oversteken.
Wanneer je kiest voor de
Gondogoro La krijg je het meest complete, maar ook meest uitdagende pakket
aangeboden. De oversteek van de Gondogoro La is fysiek uitdagend door zijn
hoogte (ruim 5600 meter), steile klim en afdaling en ook omdat het ’s nachts
plaatsvindt. Als beloning krijg je wel een prachtig overzicht over de
Hushevallei en de twee afsluitende dagen zijn erg groen.
Wanneer je kiest voor de K2
basecamp Trekking zonder de Gondogoro La krijg je een programma aangeboden
dat een tikkeltje minder veeleisend is, zowel fysiek als technisch, en
waar ook geen beklimmingen in zitten (of het zou de kleine ijsberg van
twintig à dertig meter moeten zijn die je moet bedwingen om naar K2 basecamp te
gaan). Hier krijg je een overzicht van de prachtige toppen van het
Karakoramgebergte, maar omdat dit bergwoestijn is, is het landschap woest
en allesbehalve groen. Omdat er langs dezelfde weg teruggekeerd wordt, is het
parcours ook een tikkeltje meer monotoon. Daarentegen gaat de terugweg
wel sneller omdat dit overwegend dalend is.
Conclusie
De K2 en Gondogoro La Trekking is
niet zomaar een trekking, het is eigenlijk een expeditie. Door het weer weet je
niet of je de Gondogoro La kan oversteken en de omstandigheden waarin je door
het Karakoramgebergte trekt, zijn meer dan Spartaans. Het woeste landschap van
bergwoestijn op de Baltorogletsjer nodigt alles behalve uit om te wandelen en
zowel fysiek als mentaal zal je meermaals getest worden op deze trekking. Toch
is dit een unieke belevenis waar je in één van de meest verlaten regio’s op
deze planeet het genoegen hebt om enkele van de allermooiste bergtoppen te
bewonderen.
Plaatsen zoals Goro II en
Concordia toveren beslist een glimlach op het gezicht omdat er bitter weinig
plekken zijn op aarde die met deze bergpracht kunnen wedijveren. Eigenlijk is
het als westerling een eer om überhaupt op deze plaatsen te mogen komen. Hoe
mooi ook andere valleien en pieken zijn in de Andes of Himalaya, dit is een
exclusiviteit die weinig mensen zijn gegeven. Wat ontbreekt aan natuurpracht
bij he begin wordt op het einde wel voorgeschoteld met het schitterende groen
van de Hushevallei wat een ideale afsluiter is voor deze trekking… excuseer
expeditie.
Toch plaats ik enkele stevige
kanttekeningen bij deze trip. Het voornaamste zorgenkindje is toch het gebrek
aan hygiëne op de kampplaatsen en niks kan je voorbereiden op deze broedhaarden
van bacteriën en ziektes. Met een beetje geluk blijf je gevrijwaard, maar de
kans is reëel dat je geconfronteerd wordt met darmproblemen en diarree.
Eerlijk, het is erger dan ik initieel dacht.
Het is geen reden om deze K2 en
Gondogoro La Trekking te vermijden, maar je moet er zeker rekening mee houden.
Bovendien is dit ook niet voor iedereen weggelegd en heb je best al één of meer
trekkings in de bergen gedaan vooraleer je je hier aan waagt. Kwestie van te
weten waaraan je begint. Tenslotte kan klimervaring nuttig zijn, maar is het
zeker geen must.
Dus kan ik de K2 en Gondogoo La Trekking aanbevelen? Absoluut! Zou ik ze zelf een tweede keer doen? Absoluut niet! 😊
Geen opmerkingen:
Een reactie posten