maandag 2 juli 2012

Wanneer het druppelt in Parijs, regent het in Brussel

De Franse messias
Wanneer een bedrijf in de problemen komt, wordt bijna altijd aangenomen dat een bedrijf niet winstgevend is. Dit is een foutieve aanname, want niet elke financiële perikel staat gelijk aan verlieslatend. Een frappant voorbeeld hiervan is de voormalige Belgische grootbank Fortis. Hoewel de bank zelfs op het hoogtepunt van de financiële crisis winst maakte, geraakte Fortis toch zwaar in de problemen. Dit komt omdat de bank zich zwaar vergaloppeerd heeft bij de overnamepoging van de Nederlandse retailactiviteiten van ABN Amro. De bank verkeerde niet meer in de mogelijkheid om de korte termijnschulden terug te betalen door een gebrek aan cash en een te grote hoeveelheid van schulden (berekend op het totale vermogen van het balanstotaal).

In het beruchte weekend van vier en vijf oktober 2008 slaagt de Belgische regering erin om de bank in een ultieme reddingsactie te verkopen aan BNP Paribas. Fortis was weliswaar voor een habbekrats verkocht aan BNP Paribas, maar voor de spaarders is heel veel leed verkomen. De aandeelhouders moeten echter leidzaam toezien hoe hun aandeel is verwaterd tot een fractie van hun oorspronkelijke investering. Ook de Belgische regering heeft zich van een groot debacle gespaard. Elke commerciële bank is verplicht om deel van zijn vermogen af te staan aan de centrale bank. Dit is de zogenaamde reserve requirement dat dient als back-up wanneer een bank failliet gaat. In België betekent dit dat elke spaarder recht heeft op zijn spaargeld met een maximum van 100 000 euro. Het probleem is echter dat de bijdrage van Fortis aan de centrale bank bijlange na niet genoeg is om elke Belgische spaarder terug te betalen en dit leidt automatisch tot een groot inkomensverlies voor veel Belgen.

Conservatief
Inmiddels is Fortis omgedoopt tot BNP Paribas Fortis en is het uitgegroeid tot de cash cow van de Franse bankengroep. De investering heeft zich in drie jaar terugbetaald en is nu de meest lucratieve  dochter van de groep. Aandeelhouders van Fortis zullen dit beleid wansmakelijk vinden, maar het is gewoon slim beleid van BNP Paribas. De Fransen voerden altijd een risicoaversieve koers en dat zorgde ervoor dat ze relatief weinig last ondervonden van de globale economische crisis in 2008. De waarheid is dat BNP Paribas één van de weinige kandidaten was om Fortis over te nemen, aangezien andere banken zelf kampten met financiële problemen. De Fransen zaten dus in een ijzersterke onderhandelingspositie en hebben zo het koopje van de eeuw gedaan. Dat blijkt een crisis later zeker het geval.

Sinds 2010 heerst er de Europese staatsschuldencrisis die vooral landen zoals Ierland, Griekenland, Spanje, Portugal treft en in mindere mate Italië, Frankrijk en België. Aangezien deze financiële (dus geen economische) crisis vooral in Europa plaatsvindt, is BNP Paribas hierdoor veel meer getroffen dan de globale economische crisis in 2008. Vooral de afschrijvingen op Grieks staatspapier vooer vier miljard euro heeft hen pijn gedaan. Spanje is echter het volgende dominosteentje dat dreigt om te vallen en ook hier heeft BNP Paribas ernstige problemen. En nu is het België dat de groep komt redden.

Transfers
De Italiaanse en Spaanse dochters van BNP Paribas kampen met een ernstig financieringstekort van twintig miljard euro. Dit zijn met andere woorden dezelfde problemen waar Fortis vier jaar geleden was aan blootgesteld. Datzelfde BNP Paribas Fortis doet het nu ironisch genoeg voortreffelijk en heeft een overschot aan deposito's. Eén plus één is twee en volgens Bloomberg gaat BNP Paribas het Belgische overschot aan deposito's gebruiken om het Spaanse en Italiaanse financieringstekort aan te zuiveren. Hoewel dit niet indruist tegen de Basel II-richtlijnen (een verzameling van standaarden over kapitaalseisen opgelegd aan banken) is dit een mooi voorbeeld van het verbloemen van de waarheid.

Voor de groep zelf is dit een broekzak vestzak operatie. Als de resultaten worden geconsolideerd, heeft de groep namelijk geen financieringstekort. Als de resultaten echter worden opgesplitst, is dit niet meer het geval. Een transfer van België naar Italië en Spanje betekent dat cash flow statements, balansen en resultatenrekeningen van beide dochterondernemingen worden aangezuiverd om de onderliggende problemen te verbloemen. Zo probeert BNP Paribas om financiële analysten ervan te overtuigen dat de bankengroep minder problemen heeft dan dat er in werkelijkheid zijn. En belangrijker: het probeert haar ratings stabiel te houden om de financiële rust van het BNP Paribas aandeel te bewaren.

Geen plezier
In dit specifieke geval kan BNP Paribas bekritiseerd worden omwille van haar aanpak, maar de waarheid is dat elke grote multinational zo zou handelen. Er zijn namelijk legio voorbeelden van dergelijke praktijken. Denk bijvoorbeeld aan de sale-en-lease back operaties van overheidsgebouwen door de Belgische regering. De regering Verhofstadt had beslist om overheidsgebouwen te verkopen en boekhoudkundig betekende dit dat België dat jaar geen overheidstekort had. In realiteit hadden de investeerders de gebouwen al na drie jaren terugverdiend en was al de rest daarna pure winst. Gezond boerenverstand zegt dus dat dit een belachelijke actie was. De acties van de Belgische regering en BNP Paribas hebben één ding met elkaar gemeen: ze hebben zichzelf geen plezier gedaan met dergelijke boekhoudkundige praktijken.

Je kan proberen om de buitenwacht om de tuin te leiden, maar de kans bestaat ook dat er intern oogkleppen worden opgezet voor deze problematiek. Er wordt namelijks iets gedaan aan de symptomen, maar niet aan de oorzaak. Vooral het Spaanse bankwezen zit in een precaire situatie omdat de hele industrie dreigt overkop te gaan door een ingewikkeld en pervers piramidesysteem van herverpakte hypothecaire leningen die niks waard zijn. De kans bestaat dus dat BNP Paribas door de zure appel moet bijten en er baat bij heeft om haar Spaanse activiteiten af te stoten. En zo leert BNP Paribas de twee kanten van de medaille kennen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten