Jubelpark

Dit museum hinkt op twee gedachten: enerzijds zijn er stoffige zalen die relikwieën uit het verleden tonen waar volgens mij niet veel interesse voor bestaat, anderzijds zijn er nieuwe(re) delen die knap zijn opgesteld en een grote interactieve toets hebben. Dit is een museum wat volgens mij iedereen kan aanspreken, maar het is dus wel zo dat er veel onbenut potentieel in dit museum huist en dat is toch wat jammer. Sommige delen kunnen ook wel een likje verf gebruiken en met name de grote hal waar de vliegtuigen zijn opgesteld lijkt nog in de twintigste eeuw te leven. Bovendien is deze hal niet verwarmd - wat begrijpelijk is - maar zonder jas was het daar dus behoorlijk koud.
Opstelling

Het eerste deel waarin ik word ontvangen is de ruimte over het ontstaan van België en de Belgische militaire geschiedenis tot 1914. Dit is het schoolvoorbeeld van een stoffige ruimte. Er zijn legio kabinetten met een heleboel uniformen, militaire prullaria en bustes van Belgische generaals waarvan niemand nog het bestaan afweet. Dit is interessant voor even, maar de ruimte blijft maar doorgaan waardoor ik al begon te vrezen voor een heel museum van dit soort ongein. De ruimte over Wereldoorlog I bewijst gelukkig dat het ook anders kan. De stoffige kabinetten blijven weliswaar aanwezig, maar deze keer is er ook veel oorlogsmateriaal te zien. Absolute blikvanger is toch wel de allereerste tank van de Britten, de Mark 1, dat een absoluut beest is qua grootte. Helaas voor de Britten was het wel niet zo stevig bepantserd en konden Duitsers de tanks al bij al nog redelijk eenvoudig weerstaan.

Wel modern

De harnassen zitten veilig achter glas, maar zijn toch goed zichtbaar. Het leuke hier is om de verschillende vormen van de harnassen te ontwaren. Zo herinner ik me nog het Suske en Wiske album Het Spaanse spook waar Willy Vandersteen de Spaanse conquistadores waarheidsgetrouw tekende en het is dan een aha-erlebnis wanneer ik diezelfde lijnen herken bij Spaanse harnassen uit de zestiende eeuw. Deze ruimte biedt een potpourri van verschillende stijlen en gaat zowel over Karolingische zwaarden als Franse degens. De middeleeuwen dus in al zijn facetten. De collectie is niet erg uitgebreid, maar biedt wel een goed beeld over hoe er oorlog werd gevoerd in het Europa van duizend jaar geleden. Dit is trouwens het enige gedeelte van de collectie dat niet in het teken staat van België, want andere ruimtes zijn steeds min of meer toegewijd aan de Belgische (militaire) geschiedenis.
Voorbeeld van hoe het wel moet

Waar bij de Eerste Wereldoorlog er veel wordt verteld over de gevechten tegen de Duitsers is dat bij WO II een veel minder relevant onderwerp omwille van de eenvoudige reden dat België na achttien dagen capituleerde. Daarom schijnen de schijnwerpers op andere aspecten van het dagelijkse leven zoals hoe er verzet werd gepleegd, welke mensen er collaboreerden, jodenvervolging en veel andere zaken. Wat me persoonlijk wel opviel, is hoe hard er wordt geconcentreerd op Vlaamse collaborateurs. Dat de Belgische grondwet pas in 1967 officieel in het Nederlands werd opgesteld, bijna anderhalve eeuw na de Belgische onafhankelijkheid heb ik nergens gelezen... Om maar te zeggen dat het gemakkelijk is om het Vlaamse nationalisme te veroordelen als er weinig - of in dit geval totaal geen - context wordt gegeven.

Luchtvaarthal

Er staat overigens meer dan voldoende op het gelijkvloers met diverse jachtvliegtuigen waaronder een F16 en ook een Sea King reddingshelikopter die een stuk groter is dan ik dacht. Het meest bijzondere moment van de dag is misschien wel wanneer ik in de laadruimte van een vrachtvliegtuig (C30?) ben en pas dan realiseer ik me hoe groot zo'n vliegtuig wel niet is. Ook oudere toestellen van voor WO II zijn hier te bewonderen, al zijn die wel in de minderheid. Er is ook een kleine, aparte ruimte over Sabena maar maar dan twee minuten ben ik daar niet binnen geweest aangezien het zo weinig voorstelt.
In de hal is er ook een aparte afdeling voor de Belgische marine die in 1946 werd opgericht. Veel kan ik er echter niet over vertellen, want ik was inmiddels al meer dan vier uur in het museum en ik begon toch echt wel een stevige honger te krijgen. Dit gedeelte is wel uitgerust met veel interactieve schermen, dus ik vermoed dat je hier wel een hele hoop info te zien krijgt. Er is ook een aparte ruimte over Antarctica en ook hier ben ik vliegensvlug doorgelopen. Deze ruimte is wat kleiner en vertelt meer over het Belgisch wetenschappelijk onderzoek in recente tijden en de overwinterig van de Belgica, het allereerste schip dat overwinterde in Antarctica. In de luchtvaarthal is er ook het Sky Café waar je iets kan eten of drinken. Althans, dat eten gaat tot twee uur want dan is de keuken gesloten mocht ik vaststellen toen ik daar om half drie binnenkwam. De oubollige mentaliteit van het museum straalt toch ook af op de interne werking daar.
Conclusie
Wat mij betreft, is het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis een absolute aanrader omdat het zoveel heeft te vertellen. De ruimtes voor WO I en II zouden moeiteloos door het leven kunnen gaan als een apart museum en ook de luchtvaarthal zal iedere pacifist weten te boeien met luchtvaartgeschiedenis die daarom niet altijd aan militaire doeleinden is verbonden. Enkel is het jammer om te moeten vaststellen dat nog heel wat zalen een stoffig karakter hebben dat een relikwie is van de vorige eeuw. Dat het ook anders kan bewijst de opstelling bij de tweede verdieping over WO II dat een mooie symbiose vormt tussen visuele aantrekkelijkheid en informatie geven. Hopelijk haalt de museumdirecteur de stofvod nog eens van stal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten